1. Een goede nachtrust helpt je beter presteren op de piste
Wie goed slaapt heeft meer energie, is alerter op de piste en verkleint de kans op ongelukken. Daarom biedt Snowtravel de Dreamclass aan. In deze comfortabele bus kun je onderweg ontspannen en slapen zodat je uitgerust aankomt op je bestemming. Zo begin je je eerste skidag fris en vol energie en haal je het maximale uit je reis. Ook tijdens de terugreis kun je goed slapen zodat je niet uitgeput thuiskomt.
2. Skiën is duizenden jaren oud
Je zou het niet zeggen maar skiën is eigenlijk een van de oudste vormen van vervoer. In Noord-Scandinavië zijn grottekeningen gevonden van mensen op lange latten en die dateren van zo’n 5000 jaar geleden. Ski’s werden toen vooral gebruikt om sneller te jagen of te reizen over besneeuwde vlaktes. Van liften was toen nog geen sprake.
3. Je verbrandt meer dan 400 calorieën
Wintersport is een leuke bezigheid, maar ook verrassend intensief. Je bent de hele dag in beweging en verbruikt flink wat energie. Een uurtje skiën of snowboarden kan al meer dan 400 calorieën verbranden. Geen wonder dat die schnitzel of Kaiserschmarrn daarna zo goed binnenvalt. Lange afdalingen vragen veel van je spieren en uithoudingsvermogen
4. De langste afdaling ter wereld is een halve marathon
Voor wie echt geen genoeg krijgt van skiën de langste aaneengesloten afdaling ter wereld ligt in het Franse Chamonix. Je start op 3842 meter hoogte en eindigt pas 23 kilometer verder in het dal. Het uitzicht is spectaculair en de afdaling legendarisch
5. Snowboarden begon als kinderspeelgoed
Het allereerste snowboard werd in de jaren 60 in Amerika uitgevonden door Sherman Poppen. Hij bond twee ski’s aan elkaar en maakte er een touw aan vast, zodat zijn dochter ermee kon 'surfen' op de sneeuw. Het idee sloeg aan en groeide uit tot een volwaardige sport. Inmiddels zijn er wereldkampioenschappen en maken snowboarden zelfs deel uit van de Olympische Spelen.
6. Après-ski is voor sommigen belangrijker dan skiën
Zeg je wintersport dan denk je aan après-ski. Zodra de zon achter de bergen verdwijnt volgen glühwein, schnaps en foute meezingers vanzelf. Van Oostenrijkse berghutten tot Franse chalets begint het feest zodra de ski’s uitgaan. Sommige mensen boeken zelfs vooral voor de après-ski, de sneeuw komt op de tweede plaats.
7. In de zomer skiën
Op sommige gletsjers in de Alpen kun je ook hartje zomer op de latten staan. Bekende plekken zijn de Hintertux Gletsjer (Oostenrijk) en de Grande Motte in Tignes (Frankrijk). De pistes zijn dan iets korter, maar de ervaring is bijzonder. Vergeet je zonnecrème niet, want de zon op een gletsjer brandt hard.
8. Skihelmen zijn pas sinds kort de norm
Tot begin jaren 2000 was het gewoon not done om een helm te dragen op de piste. Nu is het een vast onderdeel van je skioutfit en valt het juist op als je er geen draagt. In sommige landen is een helm zelfs verplicht voor kinderen. Een goede ontwikkeling, want veiligheid gaat voor alles.
9. Wereldrecord skiën in badkleding
In Rusland werd in 2018 het wereldrecord 'meeste mensen in badkleding op ski’s' gebroken. Meer dan 1500 mensen daalden tegelijk een piste af in bikini of zwembroek. Koud? Ja. Maar het leverde wél kleurrijke beelden op.
10. Wintersport maakt je gelukkiger
Even weg uit je dagelijkse routine, actief bezig zijn in de frisse berglucht en de hele dag buiten. Dat is niet alleen gezond voor je lijf, maar ook voor je hoofd. Veel wintersporters ervaren minder stress en voelen zich energieker na een paar dagen sneeuw.