De winter is voorbij en langzaam begint de sneeuw op de bergen te smelten. De skivakantie ligt achter ons, maar toch blijft er iets knagen. Niet alleen de pistes en het uitzicht worden gemist, ook de typische wintersportgerechten laten een leegte achter. Een van de populairste is zonder twijfel Kaiserschmarrn.

Dit zoete, luchtige gerecht is een echte klassieker in Oostenrijk. Veel mensen eten het als lunch op de berg, maar het is ook heerlijk als toetje na het avondeten. Het beste van alles. Je kunt het gewoon zelf thuis maken. 

Met een paar simpele ingrediënten en een beetje tijd tover je die typische bergsmaak zo op tafel. Je hebt er geen speciale keuken of ervaring voor nodig, alleen zin in iets lekkers. 

Hieronder lees je precies hoe je Kaiserschmarrn zelf maakt. 
 

Recept voor Kaiserschmarrn (2 personen)

Benodigdheden:

 

Ingrediënten:

 

Bereidingswijze:

1.  Splits de eieren. Doe de eiwitten in een aparte kom en klop ze stijf met een snufje zout.
2.  Meng in een andere kom de eidooiers met de melk, bloem, kristalsuiker en vanillesuiker tot een glad beslag.
3.  Spatel voorzichtig de stijfgeklopte eiwitten door het beslag.
4.  Verhit een klontje boter in een grote koekenpan op middelhoog vuur. Giet het beslag in de pan.
5.  Strooi eventueel de rozijnen over het beslag.
6.  Laat het beslag rustig bakken tot de onderkant goudbruin is en de bovenkant bijna gestold.
7.  Snijd het mengsel in vier stukken, draai ze om en scheur ze met twee spatels in grove stukken.
8.  Laat de stukken nog even doorbakken tot ze gaar en licht krokant zijn.
9.  Strooi er poedersuiker over en serveer direct met appelmoes of warme kersensaus.